TERUG

P. van der Kruit 

4-3-22 Dep. Bat.

Bron : Leidsch Dagblad. 5 mei 1990.

 

De wachtcommandant van de Morspoortkazerne had nog niets in de gaten. Maar de soldaten hingen al uit de ramen, gewekt door het gebrom van vliegtuigen die in eindeloze formaties door de nacht vlogen. "Kijk ze gooien papiertjes uit", had de foerier geroepen, maar majoor Mulder had beter geweten. "Ben je gek, dat zijn parachutisten. Flip d'r uit en geef groot alarm!"

Onder leiding van sergeant van der Kruit sleept een groep soldaten één van de mitrailleurs naar het dak van de infirmerie, het voormalig militaire hospitaal tegenover de kazerne aan de Morssingel. Overvallen door hoogtevrees balanceerde hij in de dakgoot van het gebouw, de zware mitrailleur op de dakkapel tillend. Tweehonderd meter hoger vlogen de Junkers over. De kogels uit de mitrailleur troffen wel doel, maar ook al werden ze beschadigd de vliegtuigen vlogen door. Van der Kruit greep zijn geweer, schoot in alle ijver om de Duitsers te treffen bijna de oren van het hoofd van zijn commandant. "G.v.d., als je niet onmiddellijk ophoudt donder ik je naar beneden" reageerde Mulder furieus.
Flip van der Kruit:

  • En als je in al die verwarring over de rand van het dak keek, zag je beneden de eerste doden en gewonden het gebouw ingedragen worden. Dan laait de woede in je op.

INSTRUCTEUR.

Vrijdag 10 mei, de eerste oorlogsnacht. Dienstplichtig sergeant Philipes van der Kruit, 18 jaar toen was als instructeur toegevoegd aan de kaderklas  zware mitraillisten van het 22e Depot bataljon, dat huisde in de Leidse Morspoortkazerne, een opleidingscentrum voor de infanterie. Twintig jongens werden er opgeleid tot sergeant. Goed geoefende onderofficieren, in tegenstelling tot de 150 rekruten die amper zes weken geleden onder de wapenen waren. De kazerne beschikte over drie oefenmitrailleurs en de soldaten waren uitgerust met geweren uit 1895 en vijf kogels.

  • Wat moest dat worden. De meeste hadden nog nooit geschoten. Ze wisten amper wat een geweer was. Maar wie had er op gerekend dat er nabij Leiden strijd zou moeten worden gevoerd. Het front zou toch in het oosten liggen?

De mitrailleur bleef niet lang op het dak. Toen Duitse jagers in het luchtruim verschenen, werd dekking gezocht in de tuin aan de Morssingel. Omdat de hoge bebouwing het schootsveld belemmerde, verhuisde het wapen naar het pleintje, voor de kazerne. Afgeschermd door de Morspoort, gericht op de Lage Morsweg waar de vijand vandaan zou komen. Een groep soldaten onder leiding van majoor Mulder was inmiddels uitgerukt richting Haagsche Schouw waar Duitse parachutisten een versperring hadden opgericht op de strategisch belangrijke verbindingsweg Amsterdam - Den Haag. Tussen een barricade van auto's stond een Duitse soldaat met mitrailleur klaar om de verwachte aanval af te slaan. Met succes viel de groep vrijwilligers de vijand in de rug aan, nog voordat deze kans hadden gezien de mitrailleur te draaien. De opmars naar Den Haag, naar de regering en het Koninklijke huis, leek vertraagd. Zondagmorgen werden de drie mitrailleurs in bussen geladen en vertrokken de Leidse soldaten naar stellingen langs de Oude Rijn tussen Valkenburg en Rijnsburg. In Rijnsburg stopten de bussen een moment. De commandant belde aan bij een van de huizen om boterhammen op te halen voor zijn mannen die zo uit hun bed in de bus waren gestapt.

NARCISSEN.

  • Het was de bedoeling dat het veldleger de Duitsers op vliegveld Valkenburg aan zou vallen. Wij moesten het gebied aan de andere kant afsluiten om de vluchters op te vangen. Met narcissen op onze helmen lagen we voor de gebouwen van Flora waar het commandocentrum was ingericht. En ik zag hoe aan de overkant van het water de toren van de dorpskerk van Valkenburg kapot werd geschoten. 
    Maar de tien jongens die ik bij mij had, wisten van toeten noch blazen. Graaf een schuttersputje had ik gezegd, en dan lagen ze achter een hoopje zand. 's Nachts wanneer de lichtspoormunitie over onze hoofden werd afgevuurd, en het glas in de kassen rinkelde, kwamen de jongens bij me: Sergeant, ik ben zo bang, Dat rotgevoel, dat je wist dat die jongen zo de pijp uit konden gaan. Onze hoop was nog steeds gevestigd op de komst van de Engelsen en de Fransen. We hadden zelfs grote gele doeken uitgelegd als herkenningsteken voor de vliegtuigen. Maar het bleef bij drie Franse vliegtuigen die even rondcirkelden en toen weer wegvlogen.

Het einde van de eerste oorlogsdagen kondigde zich aan toen over de velden een zwaar gerommel hoorbaar werd dat naar later bleek afkomstig was van het bombardement op Rotterdam. Nog voordat een motorordonnans op woensdag 15 mei het bericht van de overgave kwam brengen, was de hoop langzaam verdwenen. Er heerst onder de troepen een akelige stemming.
De soldaten moesten in een villa in Rijnsburg hun wapens inleveren en keerden terug naar de kazerne in Leiden. De volgende dag werd van der Kruit teruggestuurd naar Valkenburg om onder toeziend oog van de bezetter lijken weg te dragen en puin te ruimen. De slachtoffers werden op simpele wijze begraven in een massagraf naast de dorpskerk. Na de oorlog werd hier een kleine militaire begraafplaats gesticht. Van der Kruit keerde er na de bevrijding nog diverse malen terug.

  • Als overlevende van de oorlog word je vaak overvallen door een gevoel van weemoed. Ik heb het gered, vele anderen niet. Alsof je je kameraden in de steek gelaten hebt. Als ik daar bij de dorpskerk in Valkenburg stond was het net alsof ik die eerste oorlogsdagen nog kon horen en ruiken.