TERUG

Res. Kapitein H. Sjouke.

C.-2-II-4R.I.

 

 

afschrift.

GEVECHTSBERICHT VAN 2-II-4R.I.

Vrijdag 10 Mei
2e Comp. te 7.00 verzameld voor het Bureau II-4R.I. Pickéstraat, waar deze compagnie door C.-II-4R.I. werd aangewezen als voorcompagnie. Afmarsch met veiligheidsmaatregelen naar Katwijk aan den Rijn, alwaar de gevechtsaanraking met de vijand tot stand kwam. Daar meerdere huizen door den vijand waren bezet, werd de opmarsch vertraagd, zoodanig dat het eerst in den middag gelukte door te marcheren tot aan het Shell benzinestation aan den Wassenaarscheweg. na op bevel van C.-II-4R.I. nog meer Zuidwaarts te zijn opgerukt, zoodanig dat ik op een punt tegenover het vliegveld Valkenburg was aangekomen, kreeg ik van C.-4R.I. bevel mij te melden bij C.-III-4R.I., die zich op het vliegveld Valkenburg bevond en om infanterieversterking had gevraagd.

Vervolgens heb ik mij bij C.-III-4R.I. gemeld; tot 23.30 heeft mijn compagnie zich in een onafgewerkte loods verdekt opgesteld en is daarna op bevel van C.-III-4R.I., gevolgd door III-4R.I. afgemarcheerd naar het aan de Westzijde van van den Wassenaarscheweg, en tegenover het vliegveld Valkenburg gelegen duinterrein, waar mijn compagnie zich heeft ingegraven. Voor beveiliging in den rug werd zorg gedragen door het uitzetten van een wacht, bestaande uit 1 sergeant plus een groep waarbij twee lichte mitrailleurs waren ingedeeld.

Zaterdag 11 Mei.
In den loop van dezen dag kreeg ik eenige malen het bevel met mijn compagnie naar het vliegveld op te rukken en, zoo mogelijk, dit te bezetten. Bij elke poging deze opdracht uit te voeren, kwam mijn compagnie onder hevig vijandelijk vuur te liggen, hetwelk telkens terugtocht noodzakelijk maakte. Dit terugtrekken geschiedde op bevel van C.-III-4R.I., nadat ik bericht omtrent de situatie had gezonden.

Te pl.m. 12.00 ontving ik via C.-II-4R.I. van C.-4R.I. bevel mij te begeven naar de cantine bij de schietbanen te Katwijk en contact op te nemen met den kapitein Splinter van 1-I-4R.I. Deze ontving bevel, om in samenwerking met zijn compagnie aan stelling in te nemen, waarvan de frontlijn liep tusschen paal 88 en het pompstation der duinwaterleiding van Katwijk. Mijn compagnie bevond zich front Zuid vanaf het pompstation naar rechts, waar deze aansloot bij de compagnie van kapitein Splinter.

Voor beveiliging naar het Zuid-Oosten werd zorg gedragen door het uitzetten van een wacht, bestaande uit een sergeant met vier man, waarbij een lichte mitrailleur. Aan den kapitein Splinter was nog medegedeeld, dat vanuit den Haag Grenadiers en Jagers in aantocht waren, met opdracht het duinterrein van vijanden te zuiveren.

Zondag 12 Mei
De bovengenoemde frontlijn van paal 88 tot aan het pompstation werd al spoedig versterkt, zoodat ik met mijn compagnie voor de Helft links van het pompstation kwam te liggen. In verband met het bericht, dat Duitschers in Nederlandsche uniformen in Vios bussen uit Wassenaar naar Katwijk oprukten, werden twee groepen waarbij vier lichte mitrailleurs, onder commando van 1e Luit. van Sijl gelegerd aan de Westzijde van den Wassenaarsche weg ter hoogte van het woord "weg" in het vierkant 27-66. een gedeelte van mijn compagnie was nog behulpzaam bij het aanbrengen van een versperring op den Wassenarschen weg, ongeveer 100 m. ten Zuiden van de splitsing van den weg naar het pompstation en den Wassenaarschenweg.

In den namiddag te pl.m. 15.00 kreeg ik via C.-I-4R.I. van C.-4R.I. bevel mij wederom te melden bij C.-III-4R.I. Mijn plaats aan het pompstation werd ingenomen door de compagnie van Kapitein Dekker van 2-I-4R.I. Op bevel van C.-III-4R.I. hebben wij den Zuidelijke vleugel van dit bataljon verlengd en ons ingegraven. Voor dekking aan de Westzijde (dus in den rug) werd nog zorg gedragen. Voorts werden twee wachten uitgezet, één onder commando van een sergeant, waarvan een was gelegerd in een met roode pannen gedekt huisje ten Zuiden van het Vliegveld Valkenburg en ongeveer 150 m. Westwaarts van den Wassenaarscheweg, terwijl de tweede wacht werd geplaatst op het viaduct over den Wassenaarschenweg, welk viaduct ligt op ongeveer 400 m. van den Zuidrand van het vliegveld Valkenburg.

Maandag 13 Mei.
Naar aanleiding van binnengekomen berichten, dat zich bij bovengenoemd viaduct vijand bevond, werd een patrouille onder den 1e luit. van Sijl die samenwerkte met een patrouille onder leiding van den 1e luit. v.d. Zande en een stuk PAG, uitgezonden. Ten Noorden van den Pan stieten deze patrouilles op hevig vijandelijk vuur, hetgeen C.-III-4R.I. deed besluiten in de richting de Pan een aanval te doen, welke aanval werd uitgevoerd en waarbij mijn compagnie als Bataljonsreserve optrad.

Aan de Noordgrens van de Pan (aan den boschrand). Aangekomen zijnde, ontving ik van C.-III-4R.I. bevel met mijn compagnie den rechtervleugel van de voorste lijn te verlengen (dus zeewaarts). Vanaf dat punt is is mijn compagnie nog ongeveer 1 K.M. opgerukt. Van hieruit heb ik contact gezocht met C.-III-4R.I. hetgeen mij niet is mogen gelukken. Aangezien ik terzelfder tijd hevig onder vuur werd genomen, van verschillende kanten, ben ik met mijn compagnie geleidelijk aan teruggetrokken.

Te pl.m. 18.00 kwam ik op het pompstation aan, waar ik mijn ordonnans, die met C.-III-4R.I. verband moest opnemen, wederom ontmoette. Deze bracht mij het bevel van C.-III-4R.I. over, dat ik mij met mijn compagnie moest begeven naar het terrein van baan twee. Nadat ik op aanwijzing van C.-III-4R.I. mij had verstaan met Cp. van II-4R.I. kon ik wegens oververmoeidheid van mijn compagnie aan het pompstation blijven en voorloopig rusten.

Dinsdag 14 Mei.
In den loop van den morgen kreeg ik bevel mij weder bij mijn eigen bataljonscommandant te melden (C.-II-4R.I.). Ik marcheerde met mijn compagnie af naar Katwijk aan den Rijn en meldde mij aan Cp. C.-II-4R.I. Te pl.m. 16.00 ontving ik bevel om met twee secties, respectievelijk onder 2e luit. de Jong en vaandrig v.d. Wal, versterkt met twee stukken pag. en een sectie mortieren, de Albertushoeve te bestormen. Korten tijd nadat ik was afgemarcheerd, kreeg ik het bevel "Vuur staken!" hetgeen spoedig werd gevolgd door een tweede bevel, "terugtrekken". Aan deze beide bevelen werd door mij voldaan. Teruggekomen bij cp. C-II-4R.I. werd mij medegedeeld, dat een wapenstilstand was gesloten.

cp., 23 Mei 1940.
w.g. De C.C.: Kapt. H. Sjouke.
C.-2-II-4R.I.